Technische gegevens:

Bootnaam: De Zeemanspot
Eigen website: www.mrbdezeemanspot
Klasse: Koningin Juliana klasse
Bouwjaar: 1972
Opdrachtgever: K.N.Z.M.R.S.
Werf: N.V. Scheepswerf & Machinefabriek De Merwede
Afmetingen: loa 21,05 / boa 4,64 / d: 1,50
Waterverplaatsing: 54,4 Ton
Huidige motor(en): 2x GM Dieselmotoren, 6VA-271: elk 200 pk
Originele motor(en): 2x GM Dieselmotoren, 6VA-271: elk 200 pk
Snelheid: 11 knopen

In dienst tot: 2003
Stations: Stellendam
Huidige eigenaar: Instandhouding Motorreddingboot De Zeemanspot
MMSI: 9344ZA1994
Call sign: PDPQ
Huidige ligplaats: Den Helder


Historische reddingboot De Zeemanspot

De bijzondere naam

De naam van de reddingboot heeft alles te maken met de Tweede Wereldoorlog en verwijst daar ook naar. De naam houdt verband met het offer dat het Nederlandse koopvaardijmannen brachten met hun – al dan niet gedwongen – bijdrage aan het Nederlandse aandeel in die oorlog op zee. In ons land is daarover, gek genoeg, weinig bekend.

De bemanningsleden van de koopvaardijschepen die op 10 mei 1940 buitengaats waren, of van schepen die op het laatst uit het land wisten te ontsnappen, bleven buiten de bezetting. Zij bleven echter niet buiten de
wereldomvattende oorlogshandelingen op zee.
 De meeste bemanningsleden waren kostwinner voor de achtergebleven vrouwen en kinderen. De rederijen verzorgden de betaling van de gages (of delen daarvan) aan familieleden in het vaderland, nodig om te voorzien in de levensbehoeften, door middel van zogenaamde week- en maandbrieven.
Deze betalingen kwamen al spoedig na de bezetting van het land in gevaar omdat de bezetter de opvarenden van de koopvaardijschepen trachtte te onttrekken aan de dienst van de Nederlandse regering in Londen en derhalve ook van de geallieerden.

Door de uitbetalingen van de gages aan de families te traineren, te laten verminderen of te stoppen, hoopten de Duitsers dat bemanningsleden in neutrale havens zouden afstappen en terugkeren naar Nederland. Dat gebeurde echter niet. Bovendien bleven de meeste rederijen de week- en maandbrieven uitbetalen. 
In september 1941 werd aan de rederijen verboden, om meer uit te betalen dan de normen van Maatschappelijk Hulpbetoon. En dat was niet veel.



 

In november 1941 werd, los van elkaar, een drietal initiatieven genomen om gezinnen van op zee verblijvende zeevarenden te ondersteunen. Gezinnen van zowel koopvaardij-, visserij-, als marinepersoneel.

 

In Rotterdam gebeurde dat door een personeelsmedewerker van de Holland-Amerika Lijn, de  heer  
C. Trapman. Het werk werd  al spoedig overgenomen door de heer A. Filippo, gezagvoerder bij die rederij. De heer Trapman bleef daarbij de administratie doen. De initiatiefnemers noemden hun project ‘De Zeemanspot’.
In Amsterdam was een tweede groep aan het werk. Deze was vanuit Eindhoven opgericht door een procuratiehouder van Philips, de oud-marineofficier I.J. van den Bosch.

 

Walraven van Hall

In Amsterdam zette zich nog een groep in voor de goede zaak. Die werd vanuit een bankiers- en effectenkantoor in Zaandam geleid door de heer Walraven van Hall. Deze kwam uit een bankiersfamilie en was stuurman geweest bij de Koninklijke Hollandse Lloyd. Na het behalen van het diploma Tweede Stuurman Grote Handelsvaart werd hij echter voor zijn ogen afgekeurd.



ORG ZP Walraven

 

In februari 1942 werden de bedragen van de uitkeringen aan de familieleden van opvarenden nogmaals verlaagd tot het absolute minimum. Er stapte echter geen bemanningslid van de schepen af.
In diezelfde maand schaarden de drie groepen zich onder één noemer en naam, die van ‘De Zeemanspot’, de Rotterdamse naam.
Van Hall en Van den Bosch c.s. gingen in de loop van 1943 ook onderduikers en het Verzet financieren. Filippo bleef tot het eind van de oorlog  uitsluitend de families van zeevarenden ondersteunen.
Door verraad werden Van den Bosch en Van Hall gearresteerd en ter dood gebracht. Van den Bosch op 28 oktober 1943 in Westerbork.
Hij wist zich aan het beruchte nekschot te onttrekken door zich met het aangezicht naar de moordenaar te wenden en “Leve de Koningin” te roepen. Walraven van Hall werd op 12 februari 1945 in Haarlem-Noord voor het vuurpeloton geplaatst en doodgeschoten.

 

Na de oorlog

Na het eind van de oorlog vormde een groep medewerkers van de ‘De Zeemanspot’ een Stichting met dezelfde naam. Een en ander met het doel vakanties te  organiseren voor zeelieden die tijdens de oorlog invalide waren geworden en voor nabestaanden van gesneuvelde zeevarenden.
Hiervoor werd het landgoed ‘De Witte Hull’ in Zeist aangekocht. In een tijdsbestek van bijna 10 jaar verbleven hier circa 15.400 personen gedurende in totaal 200.000 vakantiedagen.
Toen eind 1964 bleek, dat de Stichting ‘De Zeemanspot’ feitelijk haar taak had volbracht, werd deze geliquideerd, waarbij het batig saldo gelijkelijk werd verdeeld over de beide Hollandse redding-maatschappijen.

Historische reddingboot De Zeemanspot

 

Voor de Zuid-Hollandse Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen met bepaling dat de gelden dienden te worden aangewend voor de bouw van een reddingboot, die ‘De Zeemanspot’ zou worden gedoopt, opdat die naam zou blijven voortbestaan.
Omdat de bijdrage uit de Stichting ‘De Zeemanspot’ (ruim Fl. 600.000,–) niet toereikend was om de boot geheel te financieren (bouwkosten Fl. 1.285.000,–), werden nog aanvullende middelen gezocht.
In het begin van 1971 werd een schenking van Fl. 250.000 ontvangen van een Rotterdamse sympathisant. Ook in 1971 ontving ‘De Zuid’ een schenking met een tegenwaarde ter grootte van Fl. 300.000,– van een andere, bekende Rotterdammer. Het dan nog ontbrekende bedrag werd uit de nieuwbouwreserves van ‘De Zuid’ beschikbaar gesteld.

 

Historische reddingboot De Zeemanspot
Historische reddingboot De Zeemanspot
Historische reddingboot De Zeemanspot

Levensloop van de boot

De kiellegging van ‘De Zeemanspot’ vond plaats op 8 maart 1972, waarna de overdracht op 11 november van dat jaar kon plaatsvinden. De betrekkelijk korte bouwtijd was mogelijk omdat ‘De Zeemanspot’ op slechts enkele punten afwijkt van de ‘Javazee’ die in 1967 aan de vloot van ‘De Zuid’ was toegevoegd.
De boot werd in Stellendam, haar toekomstige standplaats, overgedragen. Hierbij was het voltallige bestuur van de Stichting ‘De Zeemanspot’ aanwezig.
In haar actieve dienst is de boot bij meerdere markante gebeurtenissen ingezet. Eén voorval springt er ongetwijfeld uit. Net als de ‘Javazee’ is ook ‘De Zeemanspot’ betrokken geweest bij de ramp met de Engelse veerboot de ‘Herald of Free Enterprise’ in Zeebrugge.
Begin 2003 is de boot uit dienst genomen door de KNRM en verkocht aan twee particulieren. In mei 2013 werd de boot door deze particulieren verkocht en door de nieuwe eigenaar in beheer gegeven aan de Stichting Instandhouding Motorreddingboot De Zeemanspot.
De Stichting en de daaraan verbonden vrijwilligers, die voortkomen uit de koopvaardij, de marine en de scheepsbouwwereld, onderhouden de boot en zetten die in voor dag- en dagdeeltochten, onderwijs ten behoeve van jongeren die voor een werkkring op zee kiezen en voor asverstrooiingen op de Noordzee en  Waddenzee. Belangrijk daarbij, is het ‘levend houden’ en uitdragen van verhaal over De Zeemanspot in de Tweede Wereldoorlog. De Stichting onderhoudt nauwe contacten met de KNRM en het Nationaal Reddingmuseum ‘Dorus Rijkers’ te Den Helder.
Sinds 2014 maakt de boot deel uit van het Helders Historische Reddingboten Collectief, 
het samenwerkingsverband van de ‘Dorus Rijkers’, de ‘Javazee’ en ‘De Zeemanspot’.

 

Een leuk verhaal over Zeemanspot en Steunfonds is hier te lezen

 

Ons correspondentieadres:
Krommeniedijk 190,

1562 GT Krommenie

Tel. 075-621 15 03;

Mobiel. 06 53 250 993

Email. w.dobber.duh@upcmail.nl